Verkeerszaken
Het verkeersstrafrecht kent een groot aantal delicten.
-het veroorzaken van een ernstige aanrijding.
-rijden onder invloed,
-excessieve snelheidsovertredingen,
-doorrijden na een aanrijding
-gevaarzetting.
Rijden onder invloed (artikel 8 WVW)
Artikel 8 WVW stelt strafbaar het besturen van een voertuig onder invloed van alcohol of andere stoffen waarvan het gebruik de rijvaardigheid zodanig kan verminderen dat men niet tot behoorlijk besturen in staat moet worden geacht. Voor alcohol noemt de bepaling een concreet gehalte waarboven van strafbaar gedrag sprake is: 220 ug/l. bij een ademonderzoek of in geval van een bloedproef: 0,5 o/oo.
Tegen de inhouding van het rijbewijs kan een klaagschrift worden ingediend bij de rechtbank, met het verzoek de teruggave van het rijbewijs te gelasten.
Het openbaar ministerie hanteert strikte richtlijnen voor de strafrechtelijke vervolging van deze feiten. De richtlijnen zijn ondermeer gepubliceerd op de website van het openbaar ministerie, www.openbaarministerie.nl. Het is vooral afhankelijk van de hoogte van het alcoholgehalte welke straf zal worden opgelegd of geëist, maar ook andere factoren spelen een rol, zoals het antwoord op de vraag of de verdachte in de afgelopen 5 jaar al eens voor hetzelfde delict is vervolgd.
Excessieve snelheidsovertredingen
Kleine snelheidsovertredingen worden administratief afgedaan in de vorm van een boete waarvoor men van het CJIB een acceptgiro ontvangt. Echter, bij snelheidsovertredingen van 30 km/u of hoger, is de recidiveregeling snelheidsovertredingen van toepassing. In dat geval wordt de overtreding geregistreerd en wordt er bij een volgende keer rekening mee gehouden. Ook wordt de overtreding dan strafrechtelijk afgedaan. Afhankelijk van de ernst van de overtreding en eventueel geregistreerde eerdere snelheidsovertredingen, zal een straf worden opgelegd variërend van een geldboete tot een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid.